In 1970 ging
de fruitteler Hugo Hulst ook druiven verbouwen om er wijn van te maken. Een
pionier. Ik was een jaar of zestien toen ik met beste vriend en zijn ouders
naar Apostelhoeve ging om eens te kijken hóe dat ging, wijnmaken in Nederland.
Er ligt nog altijd een stoffige fles Apostelhoeve 1974 in de kelder, een Müller
Thurgau, een curiosum. De etiketten zijn chic, zilverkleurig, ongewijzigd.
Later bezocht ik het domein opnieuw, maar dat maakte minder indruk dan die
eerste keer. Deze cuvee is een mix van druiven. Gemaakt door de zoon. Aangename
aperitiefwijn zonder heel kenmerkende karakteristieken: lichte kleur, in de
neus peer en citrus, een zweem van passiefruit. Een deksels leuke wijn om
bezoek mee te verrassen. Deze wijn werd gedronken als aperitief, bij in bacon
gerolde gedroogde pruimen die we even op de grill legden. Een ‘marriage’ met
een hapje uit de Dordogne.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten