dinsdag 31 december 2013

Sancerre 2011 Des Mont Damnés, Henri Bourgeois, Chavignol

De laatste blogspot van 2013 gaat over twee desillusies. We bezochten dit jaar Sancerre, voor het eerst. Al héél lang zijn we liefhebber van die prachtige kleine crottins, geitekaasjes, de allerlekkkerste komen van chavignol, en hebben een gecontroleerde herkomstbenaming. We zijn er in de zomer achter gekomen dat de hele wereld voor de gek wordt gehouden… er zijn géén geiten te vinden in Chavignol. Nergens. Geen enkele geit.
 

 
Dat is een ware desillusie als je die crottins voedsel voor de goden vindt. De melk wordt gekocht, werd ons te verstaan gegeven. Er is zélfs niet één weilandje waar de plaatstelijke VVV enkele oude geiten laat grazen! We bezochten natuurlijk ook wijnboeren. Zo’n über-sympathieke wijnboer, gevonden in de Guide de Hachette. En uiteindelijk bezochten we ook het huis Bourgeois, dat we al lang kennen en waar we prachtige wijnen van dronken. Het huis ligt tegenover het kerkje dat op het etiket is afgebeeld. En achter het kerkhof tegenover de kerk lopen de steile wijngaarden, die niet met machines zijn te bewerken. Het zijn de ‘verdomde’ wijnbergen waar je met de hand moet plukken. Waar de zon héél lang de druiven koestert. Het verschil tussen een gewone Sancerre en een Sancerre van die verdomde bergen is altijd goed te proeven. De wijn van de steile hellingen is rijker, heeft meer body. Het is met schroom dat we bij Bourgeois binnenstapten. Want Bourgeois is G R O O T. We koesteren graag het idee dat kleine keuterboertjes de meest verrassende wijnen maken. Maar dat is een desillussie. Grote wijnboeren hebben de kennis, de mogelijkheden en het geld om schitterende wijnen te maken. Ik herinner me een bezoek aan Banfi in Toscane, waar ik immense roestvrijstalen wijnketels zag, daar pasten hele schoolklassen in. Ik mis dan ter plekke de charme… maar Banfi maakt wereldwijnen. Bourgeois dus ook, we proeven er twaalf wijnen, die onberispelijk zijn, van verschillende gronden, jong en oud, met uitstekende toelichting.
Thuisgekomen zetten we de wijn van het sympathieke kleine wijnboertje naast de gigant Bourgeois… en zie: Bourgeois wint met gemak. Deze wijn van de verdoemde bergen is ook fris, energiek, ruikt naar buxus, kruisbes en velden vol met brandnetels. De wijn is vief en fris. Er is niks mis met grote wijnhuizen, is de oudejaarsbespiegeling van 2013. Alle lezers een heel gelukkig, gezond en vineus 2014 gewenst!

vrijdag 27 december 2013

Trousseau 2010, Domaine Daniel Dugois, Arbois


 
Wijn heeft met sporters gemeen dat die moeten presteren als het moment daar is.Vandaag lees ik in de ochtendkrant dat Sven Kramer zich in Thialf Heerenveen  heeft geplaatst voor de Olympische Spelen in Sotsji. Net als Jorrit Bergsma, Lotte van Beek en Marrit Leenstra. Maar de krant kopt ook in chocoladeletters: BOB BAALT. Schaatser en Oud Olympischs kampioen Bob de Jong is nog niet geplaatst, hij presteerde niet goed genoeg bij de kwalificatiewedstrijden. Hoe vaak komt het niet voor dat we een wijn op een speciaal moment openen en dat de wijn niet tot zijn recht komt? Heb ik daarvoor die wijn zo lang laten rijpen in de kelder?, vraag je je dan af. Tja, de kelder kan ook een spookhuis worden. We dineerden met kerst bij schoonzus en zwager. Zij componeerden een menu, ik boog mij over de keuze van bijpassende wijnen. We starten met een Cremant d’Alsace van het huis Bernard Scherb uit Gueberschwir, gekozen door mijn zwager. Gemaakt van Pinot Blanc en genaamd Cuvée Emotion. Deze wijn had de dochter van het huis geschonken op haar bruiloft... Mijn zwager dacht: dan moet het wel goed zijn. En dat klopt. Ik zag op het achteretiket dat de mousserende wijn dertig maanden heeft gerijpt, dat is beduidend langer dan verplicht is – en dat vertaalt zich in een harmonieuze en mooie rondeur en een smaak met zoete appeltjes. Een cremánt die zéér de moeite waard is; waarschijnlijk een wijn die speciaal voor de gelegenheid is gemaakt. We starten met bruschetta met tomaat. Een week voor kerst zie ik de Biancosesto 2012 van La Tunella liggen, een wijngoed in Friuli waarvan ik álle wijnen ben gaan waarderen. De wijn is in een mooi kerstkistje te koop, met uitleg dat het de tiende jaargang is van deze wijn gemaakt van de lokale druiven friulano en ribolla gialla. Een lekker sappige smaak, maar vooral een opvallende neus, met anijs erin. 

Na de huisgemaakte bouillon eten we tonijn. Met een lekkere rosé, oom Peter! Riep mijn nicht. Dus even goed gezocht en een wel heel toepasselijke rosé gevonden: fluisterende engelen, Whispering Angels 2012 van domein d’Esclans uit de Provence. Eigenlijk wat te jong, deze rosé mag rijpen. Lekker krachtige smaak. Ik piekerde over een passende rode wijn bij de tonijn, en kom uit bij Trousseau, een lokale druif uit de Jura. Domaine Dugois 2010 Trousseau doet precies wat ie moet doen: hij presteert prima! Dat komt ook door de opbouw cremánt, wit, rosé en dan rood. Dit is superlicht rood, vergelijkbaar met een Bourgogne. Dit is een oudere wijn, zegt mijn zwager, die een stallucht neus ruikt. Maar het is 2010, die inderdaad al een lichte stalneus heeft, met heel licht rood zomerfruit in de delicate smaak. Past perfect bij de tonijn.

De wijn komt van OIivier Schutte, specialist in Jura wijn: www.geluksdruif.nl

UPDATE: vandaag, 28 december, heeft Bob de Jong zich op de 10.000 meter geplaatst. De Jong gaat naar zijn vijfde Olympische Spelen.


 

zondag 15 december 2013

Amarone della Valpolicella 2008 Tedeschi

Valpolicella is de zomerse dorstlesser uit Veneto. Een wijn die zich ervoor leent om gelukzalig en gedachtenloos te genieten, maar er is ook een serieus broertje in de familie. Amarone is gemaakt van ingedroogde druiven, in dit geval  corvinone en corvina. Na dat indrogen krijg je een heel geconcentreerde wijn, met een vrij hoog alcoholgehalte. Noem het maar gerust de winterse variant van Valpolicella, een geweldige eetwijn die prima past bij winterse stoofschotels en wildgerechten. De kleur is diep en toch wat doorzichtig. Een heel mooi bouquet met pruimen, leer, tabak, echt een feestje. De wijn heeft ‘warmte’ in de neus, ik ruik ook vijgen. Bij de eerste slok komen de strakke bitters duidelijk naar voren, een wijn met een ‘bite’. In de afdronk een smaak die ik herken van de zomers vroeger: de smaak als je enkele handen kersen gegeten had, bij beide buren stond een grote kersenboom.