maandag 27 augustus 2012

La Castagnola 2006 Dolcetto d’Ovada, Castello di Tagliolo


Soms weet je het niet. En dat is niet erg. Je hoeft niet altijd verklaringen te kennen.  Ik stel vast dat schrijvers en journalisten vaak liefhebber zijn van geestrijk vocht. Waarom dat weet ik niet… Op een vrijdagmiddag wissel ik in de patio-tuin uitvoerig van gedachten met ghostwriter Martin. Die liet via twitter weten op vakantie te genieten van de wijnen van Piëmonte.  Ja… toen kon ik niet nalaten nog wat tips te twitteren. En zo raken we in gesprek over schrijven. Ghostwriters maken onder meer speeches. Voor wethouders, burgemeesters, Chief Executive Officers. Dat gaat natuurlijk een stuk beter na een goed glas. We wisselen dus ook van gedachten over wijn. Over Dolcetto. Een soepele wijn die je snel drinkt, zeg ik. Daarmee sla ik de plank echter compleet mis, als we naar deze Dolcetto d’Ovada kijken.
De Dolcetto druif is een gewaardeerde druif in het wijngebied Piëmonte. De druif komt oorspronkelijk uit Acqui en Ovada, vanuit deze twee plaatsen heeft zij zich verspreid over heel Piëmonte. De Dolcetto is een druif die met goede opbrengst en die vroeg rijp is. Hierdoor is ze minder vatbaar voor schimmels en kan ze ook groeien op plekken waar de laat rijpende Nebbiolo het niet goed doet. Deze wijn heeft rijpingspotentieel. Direct uit de fles geschonken trekt de mond nog samen. Geen allemansvriend die je opentrekt en eventjes wegdrinkt met vrienden. Ik besluit dus de wijn in de karaf te schenken. De wijn moet nog wat getemd worden en enkele uren in de karaf doen dan wonderen. Deze cuvee van Castello di Tagliolo  - een pracht kasteel, zie website – is gemaakt nadat in juli de helft van de druiven is weggeknipt, de zogenaamde groene oogst. Daardoor is het concentraat van de overgebleven druiven erg mooi. De inweking van de druiven duurde tussen de tien en vijftien dagen, waarna het sap is overgestoken op Franse barriques. Twaalf maanden mag de wijn rusten in die vaten. Hoe proeft de wijn na het decanteren? De kleur is diep robijnrood met een vage bruine rand. Je steekt je neus in het glas en denkt: aaah, mooi! Mineraliteit, potloodslijpsel en vooral veel morelkers. Ook ruik ik mooie pijptabak en vanille. De wijn komt fluwelig de mond binnen, goed geconcentreerd en veel souplesse. Heerlijk glas, direct aansprekend. Zeg maar het mooie meisje dat langsloopt en waar je meteen naar wilt fluiten. Het hout is fors aanwezig, dat maakt de wijn uiterst geschikt om bij te eten. Wel zou ik het hout typeren als wat boers in de wijn aanwezig (je hebt ook van die adellijke houtttonen). We drinken de wijn bij een stamppotje van paksoi en aardappelen, en een gebakken fazantfilet. Combineert goed. Bij een staartje wijn snoepen we nog wat Oude Goudse en Belegen Nederlandse Geitenkaas.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten