Deze fles beschouw ik als één van de pareltjes uit mijn
kelder. Het is niet alleen een bloedmooie wijn, we hebben ook een emotionele
band met Domaine Richou en in het bijzonder Coteaux de l’Aubance. Daar maken ze
van chenin blanc van oude stokken een wonderschone wijn met viefe zoetheid. Drieëntwintig
jaar geleden proefden we daar dezelfde cuvee 1989, die was weggelegd door Pa
Richou in enkele volstrekt nieuwe houten vaatjes. Mogen we die kopen? Ja, dat
wel. Maar de wijn zou pas in december worden gebotteld. Enfin, zo gezegd, zo
gedaan. En we tuften in december naar de Loire om onze flessen op te halen.
Flessen uit het geboortejaar van onze dochter. Die we dus nu bij hoogtijdagen,
bijzondere verjaardagen e.d. opnieuw weer drinken. Inmiddels is de 1997
vijftien jaar oud en… een beeldig plaatje. Neus met honing, volle Rubensiaanse
smaak, prachtig mahonie kleur. Wanneer drink je die? Nou, vandaag bijvoorbeeld.
Op zo’n kille decemberdag, buiten gaan zonder shawl en jas is vragen om
problemen met een temperatuur rond het vriespunt. Binnen snij ik wat stengels
bleekselderij om te dippen in filet americain. Ik snij zuurdesem roggebrood om
die te beleggen met een vers aangesneden wildpaté. Ach wat… al dat calvinisme.
Zo’n parel uit je kelder, die moet je op iedere dag kunnen genieten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten