Dit is met
recht een curieus flesje. Vin du Bugey komt uit de Savoie, uit die streek drink
je niet snel een wijn. De wijn is gemaakt van de druif Mondeuse, die ook wel
eens de grootvader van de Syrah wordt genoemd. De druif geeft wijnen die
diepgekleurd zijn, met veel aroma en tannines en het vermogen te ouderen. In de
jaren zeventig verdwenen veel wijngaarden met Mondeuse; in 2009 zijn er
ongeveer 300 hectares met de druif beplant. Wie veel passie heeft voor wijn,
praat daar natuurlijk graag over. En zo kreeg ik deze fles van Tante Caatje. Er
staat geen jaartal op de fles, wel de kwalificatie VDQS, die nu niet meer
bestaat. Vin Délimité de Qualité Supérieure was de sympathieke kwalificatie net
onder Appellation Controlée, vaak een voorportaal voor een eigen AOC. “Deze
fles moet zo’n vijfentwintig jaar oud zijn”, zei Tante Caatje. Mijn eerste
reactie was: dan is de fles vermoedelijk niet meer te drinken. Toen ik terug
ging rekenen, realiseerde ik me dat de wijn uit 1989 of 1990 zou kunnen zijn.
Dat zijn twee uitstekende wijnjaren. “Als de wijn niet meer drinkbaar is, dan
kun je altijd nog een konijn erin klaarmaken”, was de moederlijke boodschap.
Enfin, in deze internettijd is het domein natuurlijk snel opgezocht. Daar leren
we dat de wijnbouwer een bewaaradvies van 3 tot 10 jaar geeft voor de Mondeuse,
afhankelijk van de kwaliteit van het jaar.
Niet getreuzeld, de kurkentrekker in
de fles. De kruk is stevig, bepaald niet brokkelig of poreus. Alleen het
uiteinde van de kruk is rood. Een slok wijn in grote Bourgogneglazen… en ruiken
maar. Hmmm. Niet slecht. Hmmm. Wel lekker, een geur van kreupelhout,
paddestoeltjes, ja zelfs een lichte truffelassociatie. De tong begint wat te
trillen. Ik wil ook! En die eerste slok bevestigt dat deze Grand Old Lady best
te hachelen is. Op de tong is deze wijn liefelijk. Mooie zuren. Harmonieus. In
de neus ook wat kruidigheid: een combinatie van laurier, kardemom en een zweem
kruidnagel. Dat konijn mag lekker wachten. Deze fles maken lief en ik samen
meester, bij een eenvoudige pasta met tomaten-olijvensaus vooraf, geroerbakte
paksoi met oestersaus en ossenhaaspuntjes en een boeren bio-camembert toe. Dan
is de fles op een klein bodempje leeg en hebben wij een klein wonder gedronken.
Merci, Tante Caatje! En het hoofddeksel af met een diepe buiging voor de
wijnbouwer.